De meesten denken dat je alles achterlaat om jezelf tegen te komen, of nog beter: terug te vinden. En dat je toch echt niet goed in je vel moet zitten om die keuze te maken. Sommigen noemen een jaar lang reizen simpelweg ontsnappen of vluchten van je eigen problemen.
Slechts de enkeling begrijpt hoe je je voelt, al weet je dat eigenlijk zelf ook niet helemaal. De enkeling die er zelf ook alleen op uitgetrokken is. Dit gaat over een jaar wereldreizen en je krijgt zeker enkele soloreizen tips.
“You have brains in your head, you have feet in your shoes, you can steer yourself in any direction you choose. You’re on your own now, and you know what you know. And you are the one who’ll decide where to go”
— Dr. Seuss
Ik droomde nooit echt van de wereld zien, wel van kinderen en lifegoal-ouders zijn. En ik was goed op weg; ik had mooie vrienden, een stabiele relatie, een goeie job, een prachtig huis en een snelle auto. Tenminste als het bergaf was. Maar ik had ook een knagend gevoel van droge regelmaat, ter plaatse trappelen, aanmodderen en potentiële dromen.
Ik heb me eigenlijk nooit zo ‘gevonden’ gevoeld als op het moment dat ik op de trein naar Schiphol zat. Qua confrontatiemomentje kon dat tellen. Alles achterlaten en niet weten waar je aan begint. Met het kleinste hartje.
Maar dan gaat het ineens kei hard. Jetsetten in privé clubs in Hong Kong, slapen bij lokale Cambodjanen, van watervallen springen met Balinezen, in de Outback bij Airforce piloten belanden, een nacht verblijven op een onbewoond eiland in Ha Long Bay, chique wijn proeven met de beste gang ooit in Margaret River, halsoverkop op een brommer door Thailand sjeezen met een Finse op je schoot, aan je voetzool genaaid worden in Lombok door een surf accident, met een privé-chesna over het Great Barrier reef zoeven, van een brug springen in Nieuw Zeeland, Frodo achterna gezeten op Mount Doom, dingen eten waarvan je niet weet wat het is, duiken aan het strand van The Beach, met je 4×4 door een rivier vol krokodillen rijden, een fantastische Yi Peng nacht meemaken, een zonsopgang in Angkor Wat, uit een vliegtuig springen boven Byron Bay bij zonsondergang, een kostuum laten maken in Hoi An, binnensluipen in de infinity pool van Marina Bay Sands in Singapore, een kamikaze-kangaroo doodrijden in Darwin en slangen verwijderen uit de vrouwendouches omdat je toevallig werkte als barman aan het zwembad van een camping out back. Maar ook vooral veel tijd genomen en me niet gehaast.
En dan ben je klaar om terug te komen. Ja, ik had daar zin in. Het leven uit een rugzak was mooi geweest, dat Aziatisch eten word je uiteindelijk ook beu en het nieuwe mensen leren kennen wordt ook vermoeiend. Ik betrapte me er in Nieuw-Zeeland zelfs op dat ik niet meer overdonderd was wanneer ik plots op een prachtig verlaten strand aan een waterval stond om een fotootje te maken. Die was ik toch al gewoon.
Mijn broer komt volgende week terug, ook van een jaar weg. Ik hoop dat hij er klaar voor is. Want terugkomen is het moeilijkst. De Traveller’s High maakt snel plaats voor de Traveller’s Blues. Het zwarte gat, de acclimatisering en jezelf weer in een maatschappelijk verantwoord keurslijf hijsen. En het besef dat de tijd gevlogen heeft en er eigenlijk niets echt veranderd is. Buiten jezelf.
‘Jezelf tegenkomen’
En jezelf vinden? Dat is nooit gebeurd. Ik voelde dat ik bij elke nieuwe vriendschap, bij elke stad die ik bezocht en in elke zee die ik zwom nog een stapje meer verloren ben geraakt. Een besef van de grootsheid die de wereld is, hoeveel mensen je nog moet tegenkomen en hoeveel lessen je nog moet leren. Altijd maar een stap verder weg van jezelf vinden in je eigen kleine waarheid, maar… daar wel heel erg dankbaar om en gelukkig mee zijn. Ik weet niet wat er veranderd is, maar ik voel dat ik een blijer mens ben geworden.
Enkele weken geleden zei iemand me dat ik een goeie study-case zou zijn; dat ze nog nooit iemand zo rusteloos heeft ontmoet. Op die momenten ben ik vooral trots op mezelf, dat ik blijf gaan voor mijn eigen geluk. Met vallen en opstaan, pieken en dalen, passie en tranen.
Vele mensen die ik spreek zeggen dat ik chance heb dat ik dat kon doen. Daar ben ik het niet mee eens. Je maakt je eigen keuzes en je maakt je eigen excuses. Ik moest ook veel achter laten en dingen doen waarvan ik dacht dat ik ze niet kon. Maar het begint bij stoppen met twijfelen en gewoon zeggen tegen jezelf dat je het gaat doen. Moeilijk gaat ook. En dat ik geen seconde spijt heb gehad dat ik nu effe geen huis en geen geld meer heb. En dat ik m’n comfort zone verlaten heb, want ‘t is daar waar ‘the magic happens’, geloof me. Dilly ding, dilly dong.
“Blessed are the curious, for they will have adventures”
Update maart 2017
Dit artikel lokt nog steeds vele reacties en vragen uit bij jullie. Blijf dat maar doen, ik heb dat graag. En als je nog twijfelt, hier zijn nog enkele stukjes over soloreizen die je misschien leuk zal vinden.
- Wereldreizen voor mietjes
- Waarom vertrekken op wereldreis niet vluchten is
- Twijfel je nog?
- Over knaagdieren en de frisse lucht
- Waarom ik vrienden heb en toch alleen op reis ga
Op zoek naar leuke reis inspiratie?
- Dit zijn de meest sexy reisblogs uit België en Nederland
- Een vliegreis maken met een peuter, hoe doe je dat?