Intussen ben ik ‘ongeveer’ heelhuids door mijn eerste week soloreizen gekomen. Beetje Bali en Lombok, maar vooral gewoon worden aan backpacking en budget-travelling. Hier een kleine update van mijn rondreis in Bali en Lombok.
Anders hou je dat geen 9 maanden uit, zeker niet in het dure Australië. In Kuta Lombok ben ik trouwens begonnen aan mijn carrière als professioneel surfer…
Gratis hotelletje scoren in Bali
Van Mats kreeg ik het advies om op de luchthaven van Denpasar, Bali gewoon op zoek te gaan naar die andere lonely-traveller die wat staat rond te koekeloeren met z’n te grote backpack, niet wetend waar naar toe. Bleek dat iedereen op mijn vlucht ofwel local was ofwel een reisgenoot mee had. Alleen dan maar. Geld heb je altijd nodig, dus meteen het maximum bedrag afhalen aan de ATM. (Transactie kosten zijn groot) De vrouw voor mij vergat haar VISA-kaart terug te nemen en ik wilde wat good-karma punten verzamelen, die zouden me ooit nog wel van pas komen. Dus liep ik haar achterna om de kaart terug te geven en… even later zat ik met Erin, een Amerikaanse duikster in haar taxi op weg naar een sterrenhotel in Kuta. Een extra bed heeft ze met plezier laten aanrukken in haar topkamer, want zonder visakaart had ze hier niet veel kunnen doen. Eerste nacht was meteen geregeld.
Vuil vuil Kuta
Jammer genoeg was dat in Kuta. Ik vind Kuta maar niets. Blijf daar weg. Het zit er vol kleine diefjes, veel afval, drugs en mannen die te opdringerig brommers willen slijten. De straten zijn volgeplakt met sjieke hotels en oké de zonsondergang is er prachtig maar ik heb me er echt niet goed gevoeld. Te veel clubs, lawaaierige Engelsmannen en tourist traps. En had ik al gezegd vuile stranden? Afval overal. Ik trok me terug in privé-zwembad en de veilige luxe van het hotel. De dag erna zou ik met de taxi iets noordelijker gaan. Ik ga binnenkort naar Ubud, Nusa Due en Sanur, waar ik wel goeie dingen over hoor. De zuidkust is te mijden.
Surf’s up in Canggu & Echo Beach
In Echo beach, een halfuurtje taxi (ongeveer 120.000 rupi of 8 euro, veel te duur bleek achteraf) van Kuta verwijderd vond ik wel de eerste keer de relaxte vakantiesfeer. Via een Belgische vriendin meteen een contact gekregen (This Belgian Guy). Antony toonde me het leven in Canggu. Ideaal surfersstrand en leuke bars. Brommertje huren en wat rondcruisen, onder andere naar de Tanah Lot tempel. Een religieus oord dat bij eb te bezoeken is en bij vloed boven de machtige zee uit pronkt.
In Old Man’s eet en drink je goedkoop, spelen ze Pearl Jam en is het wachtwoord van de wifi “chelseafc”. Ik zat daar goed. Alleen, surfen kon ik nog niet.
Kuta Lombok, de kleine broer
Door een paar swings van toevalligheden bleek dat een andere vriendin, Marijs van Rooftopantics, ook in de buurt was. We zouden samen Lombok ontdekken. Dit eiland is in principe het rustigere, kleine broertje van Bali, waar toerisme nog niet het hele eiland opgeslorpt heeft. Meer natuur & jungle, meer relaxed en ideaal om te duiken en surfen. Ik had het gehad met de drukte van Bali, dus diezelfde dag nog zat ik op een klein vliegtuigje om de overtocht te maken. Slechts 20 minuutjes vliegen, maar je verliest uiteraard meer tijd in de luchthaven.
Laat je niet afschrikken door de honderden mensen die aan je mouw staan te trekken om je een taxi – cheap price for you – aan te smeren. Onderhandelskills bovengehaald en samen met een Chileense surfer de kosten gedeeld. Hij bracht ons meteen naar zijn hostel in Kuta, Lombok.
Kuta Lombok is veel rustiger, stoffiger en armer dan zijn naamgenoot op Bali. Je hebt er een plezant sfeertje, het volkje is er relaxed, je vlamt er met de brommer door zandweggetjes en het zit er boordevol surfers. De toeristenmachine trekt hier resoluut de kaart van de surfers, en terecht. Ik denk dat je in het noorden van Lombok prachtige hikes kan doen om en rond de vulkaan en jungle, maar onze tijd was iets te beperkt. Surfen dus.
Draadjes in Lombok
Ik had het nog nooit gedaan en eerlijk gezegd ook niet gedacht dat ik het ooit zou doen. Maar bon, voor een 15-tal euro voor een privé-instructeur kan je niet sukkelen. Iets later lag ik op mijn bord te peddelen op zoek naar een goeie eerste golf. Na een 5 tal golven stond ik al rond de 15 seconden op m’n plank.
Alles ging perfect tot een andere instructeur een Duits meisje net achter mij mee duwde met mijn golf. Ze viel in het water en haar board (de polyester vin) katapulteerde zich in mijn rechtervoetzool. Snel merkte ik de overdreven rode plas bloed op en rondom mij. Op dat moment hoop je dat de haaien er even geen zin in hebben en rush je terug naar de boot. Meteen richting kust en dokter. Het verdict: 3-4 centimeter vleeswonde, kleine centimeter diep en draadjes.
Ik had geluk met de kwaliteit van de dokter. De 7 spuitprikken anesthesie in de wonde zorgden ervoor dat het naaien zelf niet pijn deed, maar dat was wel een dikke minuut serieus afzien. Antibiotica, pijnstillers, ontstekingsremmers en zeven dagen geen contact met water. Lastig in sufersparadijs. Advies van de Chileense surfers, die ook al meerdere littekens hadden; superglue. Dat is waterdicht en sta je morgen gewoon weer op je board. Ik ben op dat vlak toch nog iets té braaf wellicht. Curieus hoe ik de Gili’s ga moeten overleven zonder 1 druppel water aan te raken.
Vraag van al je medische kosten een factuur, maak er een kopie van en je CM ziekteverzekering kan meteen in werking treden. Benieuwd hoe dat gaat aflopen.
Intussen leer ik tropische eilanden ontdekken op een brommer zonder in het water te komen. En morgen, moet ik mijn draadjes er zelf uithalen. Ik begin alvast te youtuben hoe dat moet.