Vorig verhaal

Volgende verhaal

In Zwitserland met een schrijver, een schooldirecteur en een reisblogger

Zwitserland

Eerst verschenen op: 12 mei 2020

In Zwitserland met een schrijver, een schooldirecteur en een reisblogger

Een satirisch reisverhaal van Maarten Inghels over zijn treinreis door Graubünden

15 min

Maarten Inghels schrijft reisverhalen. Deze keer over zijn magnifieke treinreis naar Zwitserland met een reisblogger…

zwitserland map

Zwitserland

In Zwitserland met een schrijver, een schooldirecteur en een reisblogger

Een oude jeugdvriend is reisblogger en hij kan twee mensen meenemen op een van zijn gesponsorde vakanties. Op kosten van de Zwitserse zaak worden we vijf dagen ingevlogen om de bergen te verkennen, kwakkelende attracties te bezoeken en de culinaire troeven in beeld te brengen. De derde vriend is ingeschreven als bagagedrager en bij uitzondering mag ik de blogger vergezellen om een verhaal te schrijven, hoewel hij me aanraadt om me hier overal als Instagrammer voor te stellen in plaats van het teloorgegaan beroep van reisschrijver.

Ik moet de reisblogger beloven een aantal keer de streeknaam Graubünden te vermelden, want we zijn in Graubünden dankzij de toeristische dienst van Graubünden, een zuidoostelijke Alpenstrook waarvoor de hastaghs #wanderlust #welivetoexplore en #visitswitzerland zijn uitgevonden. #Graubünden, #Graubünden, #Graubünden. 

maarten inghels reisverhaal zwitserland
Maarten Inghels is schrijver en dichter. Als hij niet ronddwaalt in de stad, wandelt hij naar verafgelegen plekken of bezoekt hij eilanden. Op uitnodiging van een reisblogger zakt hij af naar Graubünden in Zwitserland.

I. 

Met een notitieblok in de hand sta ik aandachtig een hoop stenen in de vorm van een huis te bekijken, terwijl mijn tweede vriend spitsvondige vragen uit zijn duim zuigt. In het dagelijks leven is hij schooldirecteur maar vandaag waant hij zich een serieus kijkende cultuurjournalist. 

In Casa Tomé woonden tot in de jaren negentig vier oude vrijgezellen die nooit trouwden,’ vertelt de overijverige privégids bij het oudste huis van Poschiavo, een Italiaanse ogende enclave waar men behalve Italiaans, Duits en Retroromaans een eigengereid mengelmoesdialect spreekt dat buiten de grenzen van het dorp door niemand wordt verstaan. Je ruikt Italië. Achter de laatste huizen van het dorp piekt een eerste witte dolomietenberg. Ik wist al langer dan vandaag dat Zwitserland een dure versie van haar buurlanden is. 

In het dagelijks leven is hij schooldirecteur maar vandaag waant hij zich een serieus kijkende cultuurjournalist.

De ramen van Casa Tomé zijn klein en ongelijk en lijken lukraak op de gevel geplaatst. Uit de muur stulpt de steenoven als een overjaarse puist. Men bakt hier bragadella, een ringvormig brood met anijs dat vroeger maar eens in de drie maanden werd gemaakt. Tot het zo hard was dat je er de tanden op brak en het oud brood nog slechts als soepvlees diende. 

De reisblogger wrijft in zijn ogen en probeert geïnteresseerd foto’s te nemen van de neoklassieke palazzi, eind de negentiende eeuw neergepoot door oude wijnboeren. De met smeedijzeren omzette moestuintjes met paviljoentjes waarin vrouwen hun bleekheid bewaarden, kunnen de reisblogger maar matig boeien. De reisblogger is vanochtend om vijf uur opgestaan om het Landwasser Viaduct te fotograferen in het blue light terwijl de schooldirecteur annex bagagedrager en ik nog lagen te slapen. Het spoorwegviaduct is bekend om zijn boogvormige stenen pijlers. De reisblogger laat me op Instagram een eindeloze stroom foto’s van de brug zien met steeds dezelfde gezichtspunten en onnatuurlijke kleurenfilters. Hij staat in het vertrappelde gras van andere Instagrammers. Vakantie is herhaling. Er zijn vastgelegde vakantieroutes, vermaarde verblijfplaatsen en geijkte fotoperspectieven. Op de foto’s boort een drakenrode trein zich steeds opnieuw als een worm in de berg. 

Vanuit die trein zal ik me een week lang vergapen aan het kronkelende traject langs duizelingwekkende valleien en onderaardse tunnels. Je duikt de ene rots in en een andere berg spuwt je weer uit. In een daartoe voorziene panoramawagon met glaspartijen in het plafond kan je het landschap niet missen. Ergens onderweg bezoeken we de site waar men een nieuwe tunnel boort, rupsbanden vervoeren kleine stukken rots en storten naast de uitgeholde berg een piramidevormige hoop ingewanden uit. Ik ben gekrompen tot de passagier van een modelbouwbaan in de kelder van twee fanatieke spoorwegbedienden op rust. De bomen zitten als prikkers in het groen geverfde piepschuim. De enige bergbeesten die ik deze week zal zien zijn gemaakt van plastic en fantasie.

Ik ontwaak uit mijn dagdroom en sta in een andere hobbyruimte. We eindigen de rondleiding van Poschiavo in het ossuarium, een memento mori dat is ontstaan na de ruiming van de begraafplaats. In deze bibliotheek van 630 mensenschedels wijst de gids ons een kop met een gaatje in het bot aan.

Een kogelgat,’ zeg ik. Moord, denk ik.
Een schedelbreuk,’ zegt de schooldirecteur. 

Een migrainepatiënt,’ zegt de gids en vertelt over een courante praktijk waarbij de dokter een gat in het voorhoofd boorde om het kwaad te ontluchten. De reisblogger neemt een foto van de ontvleesde hoofden.

Wijnziekte

Ik word om vijf uur ’s ochtends wakker met barstende hoofdpijn. De reisblogger laat paracetamol achter voordat hij met zijn fotografiespullen in de blauwe schemering verdwijnt. Zonder bril zie ik door het open raam van Hotel Belvedere de bergen als zacht ademende reuzen. De halve pijnstiller die ik met grote slokken water inneem, kots ik tien minuter later weer uit. Misselijk van mezelf val ik weer in slaap. 

Aan de ontbijttafel vraag ik de huttenwaard of het kraanwater op zijn kamers drinkbaar is. Ben ik daar ziek van geworden?

Het is de luchtdruk,’ antwoordt hij verontwaardigd. ‘Je hebt hoogteziekte.’ 
Of wijnziekte,’ vult de schooldirecteur aan.

Het plastic van de boterkuipjes staat bol. Ik ga er met mijn vinger over en voel de harde spanning. De gedachte aan mijn opzwellende hersenen in mijn gesloten schedelpan, de gedachte aan een dokter met een handboor. Het is nochtans niet mijn eerste keer boven de tweeduizend meter maar wel mijn eerste keer op Alp Grüm.

De toeristische dienst van Graubünden heeft een bezoek aan de Glacier Garden gepland, een gletsjertuin waar een gletsjer ooit stenen putten heeft uitgesleten. Kookpotten voor de reuzen, door de gids genoemd. Hij neemt ons op sleeptouw naar dertig van de honderd putten die variëren in diameter en diepte maar verder nagenoeg identiek zijn. Ik roep mijn naam in een put en wacht op een antwoord. Van de gletsjer is geen spoor meer. De reisblogger laat een brochure zien waarmee men ons warm probeert te maken voor het turquoise smeltwater dat fotogeniek door rotskloven springt. We vinden de specifieke put onder de nabijgelegen spoorweg maar het is inmiddels aan het storthagelen en het water is grijs. De sluitertijd van de neerslag is kort, de sluitertijd van de fotograaf lang. 

Volgens de vakantieblogger mag ik wat dankbaarder zijn voor het programma dat de toeristische dienst van Graubünden heeft uitgestippeld en de talrijke bezienswaardigheden van Graubünden die we kosteloos bekijken. Ik kan de schooldirecteur en de reisblogger overtuigen om de kabellift naar de befaamde Bernina Diavolezza te nemen om nog eens sneeuw onder onze voeten te voelen en de druk in onze schedels op te voeren. De kabellift ziet eruit als een tram die ondersteboven in de lucht naar boven rijdt.

We stijgen naar 3000 meter. Voor de reisblogger poseer ik bij een Zwitserse vlag in de sneeuw, ik poseer in de cafetaria, ik poseer op een uitstekende rotspunt. In mijn handen houd ik het flesje muggenmelk vast waarvoor de de reisblogger een paar honderd euro krijgt om het in beeld te brengen. Ik strijk me opzichtig in met de muggenmelk terwijl de reisblogger mijn lichaam in tegennatuurlijke poses dirigeert. Ik mag er niet mee lachen want ik slaap in een gratis kamer in het Kurhaus, een prachtig art nouveau hotel in Bergün met glas in loodramen die inkijk geven op de speisesaal en de damensalon, we drinken gratis Einsiedlerbier en reizen gratis met de speelgoedtrein door smeltende bergen. 

Het bergmeer zwijgt in alle talen. In het midden ligt een klein rotseiland met twee verliefde bomen. Ik kleed me uit om een duik te nemen maar het smeltwater bijt met duizend tanden in mijn kuiten.

Lagoa di Saoseo

Een roodachtige valk jaagt op een alpenkraai. De hand die ik tegen de felle zon boven mijn ogen houd, wordt de klep van een kepie. We zijn naar Lago di Saoseo gewandeld, een verborgen bergmeer in een naaldbomenbos.

Een mooie hike,’ zegt de reisblogger die contractueel volledig in Fjällräven gekleed is. ‘Maar normaal gezien zou ik met de wagen tot hier rijden.’

Het bergmeer zwijgt in alle talen. In het midden ligt een klein rotseiland met twee verliefde bomen. Ik kleed me uit om een duik te nemen maar het smeltwater bijt met duizend tanden in mijn kuiten.

Wist je dat de Duitsers meer zeggen tegen een zee en zee zeggen tegen een meer,’ zegt de schooldirecteur. 
Precies iets wat een schooldirecteur zou zeggen,’ zeg ik.
Ik ben geen schooldirecteur,’ verbetert hij mij. ‘Ik ben beleidsondersteuner.’
Ik ben geen schrijver meer,’ zeg ik. ‘Ik ben een blogger die te veel tekst produceert.

We bestellen grote flessen witbier in het berghotelletje Val De Camp en krijgen ravioli en vooraf salade met pesteda, een zoutmix met peper, look en alpenkruiden. Alles is lokaal geproduceerd, net als de boekweitnoedels met aardappels (pizzoccheri) en spinazieknoedels (capunet) die we de dag voordien aten. Op de kaart staat ook de befaamde alpenpasta gemaakt van aardappelen, macaroni, uien en kaas en geserveerd met appelmoes en schijfjes komkommer. 

Het gerecht is ontstaan bij de aanleg van de Gotthardtunnel,’ zeg ik, ‘waarbij de Zwitsers en de Italianen elk aan een kant van het bergmassief een gat begonnen te graven. In het midden van de berg botsten ze op elkaar en werden de aardappelen van de Zwitsers met de pasta van de Italianen samengevoegd.

De schooldirecteur opent zijn mond vol geprakt eten.
En dit is hoe een ongeluk in de Gotthardtunnel er uitziet.

Elke uitbater nodigt ons uit om in de winter terug te keren voor een sledetocht achter het station van Preda, of een sneeuwballengevecht in de vallei van Poschiavo, maar tegelijkertijd volgt de waarschuwing dat zelfs in de Alpen lang niet meer elk kerst sneeuw valt en dat de klimaatopwarming reeds het leeuwendeel van de gletsjers heeft aangevreten. Alleen de bergmarmot beseft dat skiën een vergeten sport wordt.

Hotel Castell

Een paar dorpen verder op de spoorlijn bevindt zich Hotel Castell, op een helling net buiten het dorp Zuoz. Momenteel herbergt het in 1913 gebouwde hotel door de eigenaar verzamelde kunstwerken van ondermeer Simon Starling, Martin Kippenberger en Erwin Wurm. In de lange gangen hangen voornamelijk foto’s van in het hotel uitgevoerde performances van hun jaarlijkse kunstweekend. Maar ik ben naar hier afgezakt om het in situ werk te zien van Lawrence Weiner die een aantal zinnen op de gevel aanbracht; een reeks bewegende flessen in de bar van Pipilotti Rist; een spiegelvijver van Tadashi Kawamata met aanpalende sauna en zonneterras; een watergordijn van Roman Signer en de Skyspace van James Turell

Vooral dat laatste werk is bijzonder. Wie binnenstapt in de betonnen constructie in de vorm van een silo is in eerste instantie verrast door de galm en vervolgens door het ronde gat en het helblauwe hemeldak. Elke donderdag om zeven uur ’s avonds organiseert het hotel een lichtshow maar het hoog spel van licht en lucht in de meditatieve constructies van James Turell is op zichzelf al hypnotiserend genoeg. Turell werkt in de Amerikaanse woestijn al jaren aan Roden Crater, een enorm gebouw dat trappen, zichtlijnen en lange gangen laat samenvallen met de stand van de planeten, de opkomst van de zon en het spiraal van de sterren. Een kijkdoos voor het licht van tijd en ruimte, waar Kanye West zijn kortfilm ‘Jesus is King’ draaide. 

In de kijkdoos van James Turell gaan de reisblogger, de schooldirecteur en ik tegenover het deurgat zitten. We vervallen tot drie toeschouwers. De kroon van het deurgat heeft dezelfde vorm als de kam van de tegenoverliggende Piz Uter zodat de berg en het beton als puzzelstukken in elkaar klikken. Kijken is een onbetaalbare kunst. We laten onze camera’s opgeborgen. Zwijgend zien we het licht achter de laatste gletsjer vallen. 

Heen en terug

  • Graubünden bereik je bij voorkeur met het gelauwerde spoorwegnetwerk. Prijzen en uurregeling via https://www.sbb.ch/de/fahrplan.html 
  • Info toeristische dienst Graubünden.
  • Overnachten kan bijvoorbeeld in het prachtige art nouveau Hotel Kurhaus in Bergun, in Hotel Belvedere op Alp Grüm of in Val De Camp bij Lago Saoseo.
  • Het beeldenpark van Not Vital in Sent is op afspraak te bezichtigen, het kasteel in Tarasp is regelmatig open voor bezoek.
  • Meer informatie over Hotel Castell

Enkele andere reisverhalen die je leuk zal vinden:

15 min


met liefde geschreven door
Yannick
met liefde geschreven door
Yannick
Wereldreiziger, designer en fotograaf. Springsteen fanboy en zaalvoetbalkeeper. Daarnaast doe ik marketing bij madewithlove en ben ik het bonkend hart achter Soms Ook Heimwee
Meer over Yannick

Show Loader

Op de hoogte blijven?

Ontvang de nieuwste & heet-van-de-naald reisverhalen, columns & win-acties recht in je mailbox. We zullen jouw gegevens niet aan Google verkopen, beloofd.

Instagram: show @yannickdepauw and @somsookheimwee feed