Kampot is een pareltje in het zuiden van Cambodia. Het kleine broertje van feestoord Sihanoukville, de grote zus van het verlaten vissersdorpje Kep. En bezitter van enkele van Cambodia’s mooiste geheimen. Enkele Kampot Cambodia tips.
Cambodia ligt nog niet op elke ZO-Azië Backpacker’s route. Het probeert meer en meer Vietnam achterna te hollen, maar er is wel nog wat werk. Het is er allemaal ietsje stoffiger, ongemakkelijker, chaotischer en volgens de geruchten onveiliger. Vooral in Phnom Penh dan. Het Kmer eten is net ietsje minder lekker dan het onovertreffelijke Vietnam streetfood en de bussen hebben allemaal een roestlaagje of drie meer.
Maar toch is het echt de moeite. Angkor Wat is met voorsprong het schoonste tempelcomplex van Groot Azië, Phnom Penh is eigenlijk best een gezellige stad en Kampot is echt een toppertje!
Mijn tips, voor u.
- Slapen doe je in Ramon Village. Een bungalow complex aan de rivier waar je vanuit je hangmat in de gemeenschappelijke ruimte zo de rivier in kan duiken. Een brommertje huren en op 5 minuten sta je in het centrum. Slapen doe je in een “hemel-muggennet-bed”, de geluiden van de jungle in je kamer en de douche in openlucht.
- Eten doe je naast het gebruikelijke street food in Rusty Keyhole. Daar zijn de beste ribbetjes van Cambodia en omstreken te eten. Echt waar, als fervente Amadeus-ganger kan ik het weten. Ze zijn top.
- En met je brommer rijd je voor de meest memorabele sunset van je leven naar Bokor Hill Station. Op het topje van een grote berg ligt er aan de rand van een afgrond een verlaten Casino. De kans dat je er enkele jonge monniken een sigaretje ziet roken is behoorlijk groot, het uitzicht vanop het dak is waanzinnig. Een rode mistige zon verdwijnt in de stille grote oceaan, en tussen de jungle aan de rand van de bergtop en de oceaan vind je nog een bruisend dorpje om wat leven in de brouwerij te gooien. Echt, ongelofelijke locatie.