Klaar voor de schoonste wandeling van uw leven? Eten, kookgerief, kleren en slaapgerief meesleuren op een onvergetelijke driedaagse trektocht in Nieuw-Zeeland? Yep, sinds Tina over de Great Walks begon stond de Kepler Track in Fiordland helemaal bovenaan mijn Nieuw-Zeeland lijstje.
Iets minder bekend dan de epische Routeburn Track, Tongariro Northern Circuit of Milford Track, is de Kepler Track in het Fiordland National Park op het Zuidereiland. Dat de Routeburn meer trampers trekt snappen velen niet; ‘de Kep’ is ongelofelijk. En nu nog blijft de schoonheid mij verbazen. Bij het uitzoeken van foto’s voor deze blogpost, zit ik met m’n mond vol tanden naar het scherm te staren.
Dat vat meteen ook mijn enige probleem met Nieuw-Zeeland samen: doordat je er elke dag zoveel fantastische landschappen op uw bord krijgt, weet ik niet waar te beginnen. Ginder trekt het landschap aan je voorbij en elke minuut val je van het ene wonderlijke uitzicht in het andere. Probeert dat maar eens te vatten in wat pixels en een paar zinnetjes. Tijd voor een trektocht in Nieuw-Zeeland. There we go.
De Kepler Track trektocht – Waar begin je aan?
De gidsen zeggen je dat je 4 dagen moet rekenen om deze 60 kilometer af te werken, dat is inclusief ervaring en goede conditie gerekend. Mijn reisgenoot Jelle en ik hebben – op de kilometers na die we voor Leuvense vierdeklasser FC Bretel wekelijks afleggen – niet bepaald veel extra sportieve ervaring voor te leggen. Kuiten smeren, borst nat maken en op doorzettingsvermogen spelen! Het was ons toch ook gelukt om de Tongariro Crossing (34km), inclusief Mount Doom uit te lopen.
De trek begint in Te Anau, naast de kust van het gelijknamige meer. De route neemt je in een lus van 60km mee over de Kepler Mountains, vele meren en a-dem-be-nemende panorama’s. Om zeker te zijn van een slaapplek ’s avonds, moet je op voorhand reserveren in de hutten. Die kosten een 15tal euro per nacht, waarbij je enkel betaalt voor de matras. Slaapzak, eten, was- en kookgerief moet je zelf meepakken. Dat betekent goed plannen en rantsoeneren, zeker als je ook 10 kilo aan camera’s en lenzen meezeult.
Dag 1: Te Anau – Luxmore Hut – Iris Burn Hut (28km)
Volgens de boekjes maak je de eerste stop in de Luxmore Hut. Deze ligt 14 kilometer bergop. De klim met de volle 1470 hoogtemeters ernaartoe is behoorlijk zwaar. Maar als je vroeg begint, rond 5 uur ’s ochtends, en niet te lang treuzelt, kan je er al in de vroege namiddag geraken. Het is je eerste dag, dus je zit nog fris in je vel en hoofd. In ons geval wilde de benen goed mee en besloten we onze eerste overnachting te skippen en door te tsjokken naar de Iris Burn Hut, 15 kilometer verderop. Door die uitgespaarde dag zouden we langer aan Lake Pukaki kunnen zitten.
Afgemat aangekomen in een hut waarbij het wriemelen is tussen de andere welriekende hikers, was het snel een beddenbak claimen en beginnen koken. Enfin koken, poeder uit een zakje en kokend water erop gieten. Het is dat je eerst 28 kilometer bergop moet stoempen vooraleer dat kan smaken. Maar zo’n instant maaltijd is gemakkelijk, energierijk en je kan het ginder overal verkrijgen. Precies echt allemaal!
Voor het slapengaan krijgen we nog wat tips van de ranger, die je in elke hut terug vindt. Zo waarschuwt hij ons voor kea’s: hippe papegaaiachtige vogels die je enkel in Nieuw-Zeeland vindt. Deze vlegels zijn de gauwdieven van de natuur en durven wel eens gaan lopen met alles wat los hangt. Stevig inpakken is de boodschap.
Dag 2: Iris Burn – Moturau Hut (17km)
And there we go again, om 6 uur uit de veren en in de schoenen. We hadden prachtig weer, maar boven op de rug van de bergpassen kan het stevig doorwaaien. Investeren in deftige outdoorkledij bleek de moeite waard te zijn. Of het er altijd even aantrekkelijk uitziet, laat ik liever in het midden. Hoewel ik dezer dagen in Leuven bij min 6 wel overweeg om opnieuw mijn strakke legging aan te trekken.
Het traject tussen de Iris hut en de Moturau hut is compleet anders dan de dag er voor: veel meer groen, beschutting en water. Nieuw-Zeelands regenwoud zeg ik u! Groen en mistig. En da’s de max, hoe je van de ene wereld in de andere tuimelt bij elke stap die je zet. In de avond wel echt opletten voor de sand flies, die eten je levend op. Het is zelfs bijna onmogelijk om buiten te blijven voor het avondeten. We kruipen dan ook snel de slaapzak in, met kuiten die alweer een beetje strakker aanvoelen dan de dag ervoor. De ondervoorzitter van FC Bretel gaat content zijn.
Dag 3: Motuara Hut – Te Anau (16km)
Het laatste stuk van de trek gaat door de bossen richting de parking van Te Anau. Het dalen voel je in de knieën, het stijgen in je kuiten. En aan hoogtemeters geen gebrek op de Kepler trek. Maar ze zijn het stuk voor stuk waard. Ik moet zeggen, conditioneel was het zeker haalbaar. Maar mijn voeten deden pijn, veel pijn. Hoedje af voor Jelle die mij op sleeptouw nam en het laatste stuk naar de auto voorop de strijd aanging. Als je tijd en zin hebt, kan je hier in het gletsjermeer zwemmen als afsluiter van deze fantastische Great Walk. (Voor vele trampers is dit de eerste douche na 3 dagen zweten, dat dat meer niet stinkt is mij een raadsel)
Ik zag kindjes en frêle meisjes het traject afstappen. Ik zag kranige oudjes hun weg over het kiezelpad ploeteren. Trouwens, wist je dat er jaarlijks een wedstrijd is waarbij een bende zotten de hele tocht uitloopt (!) binnen de 4-5h? Het is achteraf gezien allemaal niet zo zwaar als de rangers doen uitschijnen. En mannekes, ongelofelijk blij dat ik dit gedaan heb. Ik vind dat je dat ook eens moet doen in uw leven. Zijn we weg?
En ook nu ga ik Tina haar advies volgen: Ik ga een Great Walk stappen als ik kinders heb, en het liefst van al doe ik ze allemaal nog. Ooit. Als ge ooit een Tina met advies tegenkomt, moet ge gewoon luisteren.