Alweer een avond languit, precies op dezelfde plek waar ik gisteren ook zat. Die plek, dat is thuis. De dagen vliegen voorbij en terwijl het lijkt dat ik nog maar net uit mijn bed gerold ben om nog maar eens in mijn home office te ploffen, is het alweer weekend. Het leven blijft rustig voort rollen en grommelen en de heimwee wordt groter. Geen avond gaat voorbij zonder de zoete zweem van nostalgie die in de woonkamer hangt. De nostalgie van bladeren door een fotoalbum, ken je dat?
Voor ik het goed en wel besef, betrap ik mezelf erop dat ik al scrollend glimlachend naar mijn telefoon lig te staren. Ik begin in maart 2020, meer bepaald de dag waarop we voor het laatst een fris getapt pintje dronken – ge weet wel, zo eentje met een blinkend, schuimend kraagje, ijskoud en aan tafel geserveerd – en verwacht dat er niets anders zal volgen dan portretten van onze twee huiskatten in alle mogelijke posities, slecht belichte selfies in trainingspak en het trage groeien van ons vers gezaaide gras. Maar ik vergis me en ik moet glimlachen. Nee, het leven stond niet stil. Wat volgt zijn herinneringen die me meteen verwarmen: die eerste lentedag zonder verplichtingen, onze eerste zelf geoogste tomaat, een huis dat transformeert van werf naar nest, en buiten, buiten, buiten. Kampvuren, kajaktochten, wandelingen, strandjuttochten, oceanen en tenten.
Het doet deugd, terug scrollen. Want ik besef dat het leven gewoon doorgaat en wanneer je écht kijkt, dat ook dit weer een jaar is voor de boeken. En meteen heb ik een plan voor de komende avonden – want wie weet hoe lang duurt het nog: ik ga nóg verder scrollen, zo ver ik kan. Ik ga welgemikte hartjes plaatsen bij de foto’s die mij doen hikken of een zoute traan wegpinken. Ik ga ze netjes sorteren, op seizoenen en kleuren, op geuren en dromen. Ik bundel alles voor later, voor wanneer de nostalgische zwemen weer de woonkamer veroveren en ik bladeren wil in wat mij lief is. Het leven, klein en groot.